Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En David sloeg dat [17]land, [18]en liet noch man noch vrouw leven; ook nam hij de schapen en runderen, en de ezelen, en kemels, en klederen, en keerde weder en kwam tot Achis. 17. Dat is, de inwoners des lands. Dit nu moet verstaan worden van al de Amalekieten, die hij daar vond, welken God bevolen had uit te roeien, Ex.17:14; Deut.25:19, en hfdst.15 vs.3. 18. Dit deed hij daarom, opdat zij hem niet zouden verklappen bij de Filistijnen, welken hij zocht wijs te maken dat hij in het land de Israelieten gevallen was.